sampai-jumpa.reismee.nl

Hua hin, Bangkok & Singapore incl. “Wistjedatjes”

Als we de volgende ochtend op het station in Bangkok aankomen blijkt de trein naar Hua Hin volgeboekt te zijn (stom van ons, want we hadden de vorige dag al kaartjes bij de grens kunnen kopen) en vertrekt de bus vanaf de andere kant van de stad. We besluiten ons uiteindelijk maar met een taxi naar de kust te laten brengen. Als we na 2 uur aankomen in Hua Hin vraagt onze taxichauffeur de weg naar het hotel aan een politieagent. Als hij even later terugkomt zegt hij dat hij 200 bath (€ 4,-) aan de politie moet betalen, maar waarvoor is onduidelijk. Uiteindelijk mogen we toch doorrijden en worden we netjes bij ons hotel afgezet. We knallen onze tassen in onze kamer en ploffen de komende 4 dagen neer aan het zwembad, het strand of in de spa voor een heerlijke massage.

Als we daarna weer terug naar Bangkok gaan begint de shopmarathon (3 dagen van 10 tot 22). We hebben ons de afgelopen weken ingehouden omdat we ons anders een breuk zouden sjouwen en we vaak met kleine vluchten maar maximaal 15 kg mee mochten nemen. Maar nu kunnen de remmen eindelijk los. Bangkok is het shoppingwalhalla van Azië en op iedere hoek van de straat is minimaal 1 maar vaak ook meerdere shoppingmalls te vinden en dan hebben we het nog niet over de tientallen Night- en Weekendmarkten waar alles nagemaakt wordt wat los en vast zit. We komen er ook achter dat Bangkok groter is dan gedacht en dat we in 3 dagen nog niet eens een kwart hebben kunnen zien. Der is ook eigenlijk zoveel te zien of te doen dat we besluiten geen tempels of Boeddha's te bekijken. De kans is groot dat we toch nog wel een keer terugkomen met meer tijd zodat we al die bezienswaardigheden iets meer recht aan kunnen doen...

Uitgeput en met uitpuilende tassen vertrekken we voor onze laatste nacht naar Singapore. Hier bekijken we de skyline by night in de Singporeflyer (een mega reuzenrad), gaan nog even op cameralenzenjacht en drinken ons allerlaatste (en duurste € 5,-) vakantiebiertje voordat we aan onze 13 urige terugvlucht beginnen.

Wat hebben we een heerlijke tijd gehad en wat zijn die 3 maanden voorbij gevlogen. We hebben alles gezien en gedaan wat wel wilden en globaal de route gevolgd die we op voorhand in ons hoofd hadden uitgestippeld. We hebben een heel groot deel van Zuidoost Azië gezien en zijn erachter dat we ook nog heel veel niet gezien hebben. Er zijn nog zoveel plekken waar we best nog even terug willen gaan en ook veel uithoeken die nog op de reislijst blijven staan. Zeker Indonesië is zo enorm groot en divers dat alleen daar al nog veel te beleven valt.

Nog even wat kleine feitjes op een rij. Wist je dat ....

  • We precies 13 weken weg zijn geweest.

  • We in 3 maanden in 7 landen zijn geweest (waarvan Maleisië, Thailand en Singapore maar enkele dagen) en we 9 eilanden hebben bezocht

  • We in 36 verschillende hotels hebben geslapen

  • en we ons ruim 168 keer verplaatst hebben (van kano tot golfkar en van fiets tot fokker)

  • We er een Indonesische vriend en vriendin en een Vietnamese vriend bij hebben

  • We de afgelopen maanden een Indonesisch, Vietnamees en Cambodjaans telefoonnummer hebben gehad. En dat je met een Cambodjaanse simkaart niet kunt sms'en.

  • We 's nachts regelmatig werden verblijd met smsjes van mensen (we zullen geen namen noemen, Ritsie) die niet doorhadden dat het bij ons 5 of 6 uur later was.

  • Imm minimaal 5 keer op kakkerlakkenjacht is geweest

  • Ons pakketje met koopjes uit Hoi An uiteindelijk best duur is geworden omdat we bij aankomst bijna € 50,- aan inklaringskosten moesten betalen :-(

  • We er na onze shopmarathon achter zijn gekomen dat we toch betere hikers zijn dan dat we dachten

  • Een KFC-kipje je darmen 3 dagen lang overstuur kan maken

  • Er iemand in Vietnam de komende 6 maanden niet hoeft te werken omdat hij ons 2 mooie visums heeft verkocht

  • We onze Lao kippen aan de grens zijn vergeten te wisselen en we ze daarna aan de straatstenen niet meer kwijt konden

  • We inmiddels alweer een lekker bruin broodje met oude kaas, pannenkoeken en zuurkool hebben gegeten.

Het zit erop en morgen gaan we allebei weer fijn aan het werk. We vonden het super leuk dat iedereen zo enorm met ons mee heeft geleefd en enthousiast onze verhalen heeft gelezen. Wij gaan weer lekker dromen van onze volgende bestemming.

Liefs,

Imm & Barb

Luang Prabang & Vientiane

Vanuit Siem Reap vliegen we met een Fokker 70-toestel naar Luang Prabang (Laos). Onze taxichauffeur hebben we voor vertrek nog effe blij gemaakt met onze Cambodjaanse simkaart met nog wat ameloeties aan beltegoed.

Als we aankomen bij het hotel waar we een reservering dachten te hebben blijkt men ons daar helemaal niet te kennen. Gelukkig krijgen we na een kleine miscommunicatie alsnog een kamer en kunnen we lekker het centrum gaan verkennen.

Luang Prabang is een heel gezellig dorpje met 2 á 3 straatjes vol met restaurantjes, winkeltjes en tourbureautjes, wederom een nightmarkt en vele tempels en het dorp is gelegen tussen 2 rivieren (de Mekong en de Nam Ming rivier). Bij zonsopkomst lopen er tientallen monniken door straatjes die onderweg naar de tempels een aalmoes komen halen. Het gebied rondom Luang Prabang is populair om te hiken, kayakken, raften, tuben (in zo'n grote band van de rivier af), olifantrijden, canopy, etc ... maar ook om dorpjes en minorities te bezoeken.

Al snel blijkt dat overal dezelfde tourtjes worden aangeboden zoals kayakken, olifantrijden, grot- en watervalbezoeken. We weten van ellende niet waar we moeten beginnen, maar komen uiteindelijk in gesprek met een Canadees die getrouwd is met een Lao-vrouw. Hij geeft wat goede tips, is erg enthousiast en blijkt net iets andere (en kleinere) tours te maken (http://www.white-elephant-adventures-laos.com/) dan de rest en dat is dan ook weer precies zijn grootste frustratie. Het feit dat al zijn concurrenten weinig/slechte kwaliteit leveren, afspraken niet nakomen en ideeën letterlijk kopiëren. En dat de Lao niet de meest initiatiefrijke en betrouwbare werknemers zijn, maakt hem een beetje moedeloos. Een duidelijke gevalletje van grote cultuurverschillen.

De volgende ochtend gaan we samen met nog een Japanner richting het noorden van de Nam Ming rivier. We krijgen een korte instructies en springen in de Kayak. De rivier lijkt redelijk rustig met hier een daar een kleine versnelling en toch lukt het ons om bij de eerste de beste draaikolk uit de kayak te kieperen .... een goed begin is het halve werk zullen we maar zeggen. Bij de lunchstop worden we opgewacht door 5 zwemmende kindjes die ons enthousiast het laatste stukje naar de kant toe helpen. Als dank delen we onze lunch met ze en kijken we daarna nog even in hun dorpje rond.

De volgende ochtend worden we zwetend wakker. Het blijkt dat in de loop van de ochtend de elektriciteit is uitgevallen, waardoor de airco en de ventilator het dus niet meer deden, dan heb je weer door hoe warm het hier ook alweer is. We laten ons in de loop van de ochtend met een Tuktuk 32 km ten zuiden van Luang Prabang afzetten bij de rivier waar we met een bootje naar de Tat Kuang Si Waterval worden gebracht. Het is een prachtige waterval, gelegen in de jungle en uiteindelijk te bereiken d.m.v. bamboe bruggetjes. Bij de ingang worden we verwelkomt door een stel olifanten (hiermee kun je een ritje door het park maken) en nemen een frisse duik in de waterval. Het is ook een populaire locatie voor locals die met een stukkie zeep en sjampoo staan te poedelen.

Bij terugkomst in het dorp blijkt de elektriciteit nog steeds niet te werken waardoor de winkels geen licht hebben, de airco's niet werken maar natuurlijk ook het internet en de espresso- en smoothiemachines bij de bakker het niet doen .... wat een toestandvooral het vooruitzicht op een lange hete nacht onder de klamboe .... (er zijn in Laos veel meer muggen, maar het is minder benauwd dan Cambodja en Vietnam).

Dan is het alweer tijd om richting de hoofdstad van Laos, Vientiane, te vertrekken voor onze laatste dagen in Laos. We bezoeken de immense Pa That Luang tempel, het belangrijkste nationale monument van Laos. De tempel is volledig van goud en staat symbool voor het boeddhisme en de soevereiniteit van Laos.

Daarna hopen we de nieuwe Harry Potter mee te kunnen pakken, maar als we uiteindelijk bij de bioscoop (in een grote shoppingmall) aankomen blijkt dat ze hem hier helemaal niet draaien en ook het internet in Vientiane blijkt volledig uit de lucht te zijn dus kunnen we onze weblog ook niet eens updaten

Frown

We hebben behoefte aan zon en strand (en goed internet) dus het is tijd om richting Thailand te vertrekken. We worden met een tuktuk naar de grens gebracht en nadat we alle uit- en incheck-stempels weer hebben gehaald stappen we in de trein en installeren ons met een biertje en Yathzee (tis nou eenmaal zondag). De catering wordt verzorgt door een ultra-vrolijk echtpaar die ons maar grote flessen bier blijven aansmeren en dikke pret hebben als de vlammen uit onze oren slaan van de pittige soep. Door een steward worden onze bedjes lekker opgemaakt en met een warm vestje, oordopjes en een ooglapje installeren wij ons voor de nacht.

Conclusie Cambodja

Op het moment dat we Cambodja binnenkwamen waren we snel achter een aantal verschillen. Er lopen véél bedelende kindjes op straat en het land lijkt vergeleken met eerdere landen een stuk duurder dan we gewend waren, maar dat komt ook omdat ze 2 valuta hanteren, de Riel en de dollar. Als voorbeeld: normaal gesproken eten we met zijn 2-en voor onder de $10 maar dat liep hier al snel op naar $15. Ok... dan mogen we nog steeds niet klagen maar het is wel opvallend/tegenstrijdig omdat het land juist armer aan doet.

En als je ergens zit te eten wordt je vrijwel altijd gevraagd of je illegale kopieën van boeken wilt kopen door kindjes van allerlei leeftijden. Vooral Lonely Planets en boeken over Pol Pot zijn populair. Verder verkopen kindjes bij de toeristische attracties alles van ansichtkaarten, stenen olifantjes of armbandjes... Ze spreken wat standaard zinnetjes engels ('Buy something') en kunnen daarbij heel erg zielig (maar soms ook super bijdehand) kijken. Best aandoenlijk, maar wij proberen dit zoveel mogelijk te negeren omdat de kindjes het geld af moeten staan aan hun ouders en hoe meer ze verdienen hoe vaker ze de straat op worden gestuurd.

Ook gehandicapten proberen op straat iets te verdienen door hun hand op te houden (soms na eerst een sprintje te trekken...) of door boeken te verkopen (met een bordje erbij dat ze niet bedelen maar dat dit hun werk is en dat je ze helpt door een boek te kopen). Aan de andere kant zie je de dikke Lexussen af en aan rijden. Het verschil tussen de rijke en arme mensen is hier dan ook enorm (90/10) er bestaat geen middenklasse en dat is best wel een beetje verwarrend.

Ook het politieke systeem is hier wat dubieus, er is 1 communistische partij de 'Cambodjan's people party' (de cambodjaanse SP) die kapitalisme niet verbied/bemoeilijkt. Van corruptie hebben we hier weinig gemerkt, als we de verhalen moeten geloven is dat de afgelopen periode sterk afgenomen.

Op het eerste gezicht zijn de mensen ietwat afwachtend en tam, maar af en toe blijken ze opeens best grappig te zijn. Slapen in hun hangmat wordt hier 'de nationale sport' genoemd en als we onze brommergids vertellen dat het tijd wordt om z'n remmen te smeren (omdat ze enorme herrie maken), zegt ie met een glimlach, neej joh zo horen ze me tenminste aankomen en heb ik geen toeter nodig

Laughing

Cambodjanen zien er ook iets minder Aziatisch (spleetogen) uit. Ze neigen een beetje naar een mix tussen Indiërs en Aziaten, en ook wat het eten betreft komen we al meer Indiase en Thaise curries tegen. Lekkere afwisseling na de rijst, noodles en springrols.

Het boeddhisme speelt hier weer een hele grote rol (net als op Bali). Men buigt met de handen gevouwen bij het begroeten, maakt offertjes, brand wierrook, en is dol op 'good luck'. En niet te vergeten de hoeveelheid tempels en boeddhabeelden natuurlijk. Ook hebben ze een speciale manier van het overhandigen van geld, waar wij nog weleens nonchalant wat briefjes op de toonbank gooien krijg je hier je wisselgeld (of visitekaartjes) met 2 handen aangereikt met een buiging.

Ook hier is Tuktukker het favoriete beroep. Af en toe worden we nog steeds gek van de hoeveelheid mensen die je vervoer probeert aan te smeren Je kunt echt geen 30 meter lopen of iemand roept 'mister mister joe want toektoek?'. Al kan het soms wel handig zijn om je ergens heen te laten brengen. De straten worden hier namelijk alleen in het Cambodjaanse geschrift weergegeven, en das echt volstrekt onleesbaar. Het land is wel erg makkelijk bereisbaar, het is lekker klein, je kunt op iedere hoek buskaartjes kopen naar allerlei bestemmingen en de bussen rijden ook nog eens op tijd.

Verder is het er nog steeds zo enorm benauwd als in Vietnam en behoorlijk stoffig.

De grote tegenstelling tussen arm en rijk, meer armoede en toch duurder, was erg opvallend. Daarnaast heeft het Pol Pot-verleden grote indruk op ons gemaakt.

Kortom een erg mooi land waar veel te zien en te doen is in de 2 grote steden Phnom Penh en Siem Reap, maar daarbuiten ook nog voldoende te beleven valt.

Phnom Penh, Battambang & Siem Reap

De busreis van Saigon naar Phnom Penh (Cambodja) verloopt buitengewoon soepel. Aan het passeren van grensovergangen per bus hebben we van Midden- en Zuid Amerika niet de beste herinneringen (corruptie, oplichting en zoveel mogelijk onduidelijkheid creëren). En ook in Azië blijken er allemaal trucs uitgehaald te worden om mensen extra te laten betalen voor het visum, allerlei onnodige grenspostzegels of extra laat op de eindbestemming te laten aankomen zodat de toeristen uiteindelijk gedropt kunnen worden in de hotels waar men de beste provisie voor vangt. Vooral bij de wat kleinere overgangen tussen Thailand en Cambodja blijkt dit regelmatig voor te komen (daar waarschuwt dé Reisbijbel/Lonely Planet tenminste voor). Maar goed ... bij ons liep alles dus soepel. Onze 'gids' (de bijrijder van de bus) heeft alles voor ons geregeld bij de grens, we moesten alleen nog even zelf onze bagage bij de grens van Vietnam 'uitchecken' en op de foto voor ons Laos visum via de webcam.

Na de grens wordt de bus op de pont gezet en varen we de roestbruine Mekong-rivier over (een van de belangrijkere rivieren van Azie, bijna 5.000 km lang en loopt dwars door China, Myanmar, Laos, Thailand en Cambodja en eindigt in het zuiden van Vietnam). Hier zien we eigenlijk direct de verschillen met Vietnam zichtbaar worden, veel bedelende kindjes met vieze kleren en op blote voetjes en gehandicapte mensen verzamelen zich rondom de bus. Ook de huisjes langs de weg doen armoediger aan, das effe een overgang. Als we de bus in Phnom Penh uitstappen regent het en worden we bestormt door tuktuk-drivers. Dit is iets waar we niet aan kunnen wennen en we proberen dan ook altijd om zo snel mogelijk onze tas te pakken te krijgen en bij de drukte weg te komen. Zodat we even rustig kunnen bekijken waar we ons bevinden, waar we naartoe willen en trekken dan alsnog een minder opdringerig typje van z'n tuktuk.

We zitten in een erg leuk hotelletje net iets buiten het centrum (en tegenover het Tuol Sleng Museum, daarover later meer) alleen zijn ze ons vergeten te vertellen dat er 's ochtends stipt om 7 uur begonnen wordt met bouwwerkzaamheden bij de buren. Maar goed ... dan hebben we tenminste nog wat aan onze dag en vertrekken we met frisse moed naar het Tuol Sleng-museum. Dit is een voormalige school die is gebruikt als gevangenis tijdens het Pol Pot Regime (Rode Kmer), waar duizenden mensen zijn mishandeld (gemarteld) voordat ze uiteindelijk even buiten Phnom Penh zijn vermoord in de Killingfields. In 1975 kwam het leger onder leiding van Pol Pot aan de macht met als doel om het land om te toveren tot een perfecte socialistische arbeidersstaat. Hij heeft de kalender afgeschaft en begint opnieuw in het jaar 0, iedereen moest op het platteland gaan werken en alle hoogopgeleide, kunstzinnige en religieuze mensen (dokters, advocaten, leraren, monniken, kunstenaars, brildragers, etc.) en hun families worden vermoord. Scholen en ziekenhuizen worden gesloten of gebruikt als gevangenis. In totaal zijn tussen 1975 en 1979 1.7 miljoen mensen vermoord en erna nog ruim 600.000 omgekomen van de honger. In het museum kun je de kleine cellen van 1 bij 2 meter bekijken, er is een expositie van de martelwerktuigen, er draait een film met verhalen van overlevenden, vele foto's, skeletten, oude kleding, etc. Super indrukwekkend en dat op je nuchtere maag.

De rest van de dag besluiten we het maar even rustig aan te doen, we lopen wat door de stad, bezoeken het Royal Palace met prachtige gouden tierelantijnen en vele boeddha's en slenteren wat langs de Mekong-boulevard.

Omdat we zo onder de indruk waren van wat er zich allemaal tijdens het Pol Pot regime heeft afgespeeld zijn we de volgende dag op ons gehuurde brommertje toch nog maar even richting de Killingfields gereden even buiten Phnom Penh. Hier zijn ongeveer 17.000 gevangenen vermoord en begraven. Een deel hiervan is opgegraven en de gevonden schedels liggen nu in een enorme tempel/monument. Pittige kost om Cambodja mee te beginnen maar we hebben wel gelijk een goed beeld wat zich hier, nog niet eens zo heel lang geleden, heeft afgespeeld.

Onze reis gaat richting Battambang in het noord-westen van Cambodja. We weten vooraf nog niet helemaal wat we daar kunnen verwachten maar alleen de bootreis richting Siem Reap moet al fantastisch zijn. Het blijkt een leuk dorpje te zijn langs de Sanker Rivier. Als we een beetje langs de markt en door het centrum lopen worden we aangesproken door Narath die vraagt of we het niet leuk vinden om wat Cambodjaanse kinderen te helpen met hun Engels door wat gesprekken met ze te voeren op zijn Engelse schooltje (en uiteindelijk te sponsoren). Aangezien het Peruaanse goede doel (dat we sinds onze Midden- en Zuid Amerika-reis in 2003 steunen) inmiddels behoorlijk goed draait, waren we al een tijdje opzoek naar een nieuw goed doel. Dus we besloten samen achterop zijn brommer te springen en met hem mee te gaan naar het dorpje 7 km buiten Battambang. Narath is 4 jaar geleden begonnen met het geven van Engelse les aan 30 studenten uit z'n dorp, enkelen hiervan heeft hij opgeleid als docent en op het moment komen er iedere middag bijna 350 kinderen (15 klassen) een uurtje les volgen. Hij mag hiervoor gebruik maken van de dorpsschool na de reguliere schooltijd. We nemen een kijkje bij de jongste kindjes, die gaan staan en roepen gedrilled in koor 'Welcome in Cambodja' als we binnenkomen...schattig. Daarna komen we in een klasje met 13 en 14 jarigen waar we onszelf voorstellen en in een kringetje allemaal vragen mogen stellen (en beantwoorden) terwijl Narath de benen heeft genomen. Daarna helpen we ze nog met de uitspraak van een paar specifieke woorden en leert Imm ze het woord 'kikker' (altijd handig om te weten). Uiteindelijk is Narath weer bovenwater en laat hij ons zijn plan voor 2009 zien, erg ambitieus, en vraagt ons om een donatie terwijl hij laat zien wat andere toeristen al betaald hebben. Wij zijn nog een beetje huiverig omdat we niet zoveel nut zien in een eenmalige bijdrage en graag wat meer structurele hulp willen bieden, maar ook omdat er erg veel 'zakkenvullers' in het wereldje van weeshuizen en goede doelen blijken te zijn. En in ons hotel hangt de flyer van het schooltje van Narath waarop 'SCAM' staat geschreven, waarmee ze bedoelen dat het geld niet wordt besteedt aan de bedoelde middelen. Het was een mooie ervaring en we geven hem in ieder geval een berg met pennen mee voor de kindjes en wij gaan eerst maar wat meer onderzoek verrichten voordat we hier zomaar instappen.

De volgende dag gaan we achterop de brommer met 2 gidsen langs kleine dorpjes rondom Battambang, we bezoeken een rijstvellen- (waarvan ze loempia's maken) en rijstwijn-fabriekje, we zien hoe men stickyrice met kokos en bonen maakt in bamboestokken (eten ze hier als ontbijt, super lekker) en vispasta (die ze een jaar lang in een ton laten liggen, jek). Onderweg stoppen we nog even bij een boom die vol zit met 'fruitvleermuizen' en we maken een ritje met de beroemde Bamboetrein. Dit is een creatieve oplossing die de locals hebben gevonden voor het spoor dat er ligt maar waar maar 2 keer per week een trein over rijdt. Ze gebruiken de wielen van ouwe tanks, leggen daarop een groot bamboevlot, hangen daar een motor aan en vervoeren alles wat los en vast zit (ook de brommers gaan gewoon mee). De rails wordt door verschillende mensen gebruikt en bij tegenliggers wordt er onderhandeld wie er het zwaarst beladen is en diegene helpt de ander om de trein 'even' van de rails te halen. Erg grappig maar inmiddels ook een behoorlijke toeristenattractie geworden.

De volgende ochtend staan we vroeg op om wat vers brood, fruit en drinken te halen voor de boottocht naar Siem Reap die om 7 uur vertrekt en er tussen de 6 en 10 uur over kan doen. In, op en aan het water is er al veel leven; (blote) kindjes zijn aan het spelen en zwaaien, mannen aan het vissen en vrouwen (zich) aan het wassen. Ze leven super primitief langs en op het water, erg mooi gezicht al die boten, huizen, koeien en bedrijvigheid, we hadden continu het idee dat we naar een film zaten te kijken. Uiteindelijk duurt de reis 8 uur en zijn we de houten bankjes en het geronkt van de motor ook best een beetje zat, wat bij Imm resulteert in een behoorlijk nukkige bui. Bij aankomst staan er minstens 20 tuktukkers te wachten (terwijl er maar voor een stuk of 10 een ritje in zit) dus dat betekent trekken en sleuren geblazen om mensen in je tuktuk te krijgen want als je eenmaal klanten hebt dan kun je meteen afspraken maken om de komende dagen Ankor Wat (hét Tempel complex van Cambodja) te bezoeken en das natuurlijk bizniz. Gelukkig worden wij opgewacht door een eigen tuktukker van het hotel en natuurlijk laten wij ons door hem ook direct voor een Ankor Wat-tripje voor de volgende dag ronselen.

Dus worden we de volgende ochtend netjes om 8 uur opgepikt door Kou met z'n Tuktuk waar we in 7 uur tijd 5 verschillende tempels bezoeken waaronder natuurlijk de beroemde Ankor Wat tempel. Maar ook de indrukwekkende Ankor Thom- en de Ta Prohm tempels, waar allemaal bomen over- en doorheen groeien.

Onderweg komen we nog 2 kleine boefjes tegen die bij één van de tempels aan het spelen zijn en die we op de foto proberen te krijgen. Als beloning geven we ze lychees en een pen, ze proberen nog iets te roepen over een dollar maar dat is onverstaanbaar aangezien ze de lychees naar binnen aan het slurpen zijn.

De Ankor-tempels zijn het nationale symbool en de trots van Cambodja en is een complex van bijna 80 verschillende tempels.zie voor meer info:http://nl.wikipedia.org/wiki/Angkor_(werelderfgoed)

In Siem Reap zelf is ook voldoende te beleven, het is een klein maar gezellig dorpje. Je kunt hier dus ook rustig een week doorbrengen. In Barstreet zitten allerlei leuke cafeetjes en restaurantjes waar het dagelijks happy hour is van opening tot sluitingstijd en een biertje $ 0,50 kost (feest...!), de serveersters hebben een hele vlotte babbel en zodra ze horen dat we uit NL komen weten ze onze koningin, PWA en Balkenende uit haar mouw te schudden (we hebben ook eens gezegd dat we uit China kwamen maar daar trapten ze niet in). Verder zijn er leuke winkeltjes, een speciale Nightmarkt waar van alles te beleven is en waar we een fishmassage (waar visjes de dode cellen van je voeten gaan knabbelen, hilarisch) hebben genomen, zijn er tal van lekkere bakkerijtjes, cafeetjes en restaurantjes waar Imm de BBQ van struisvogel, slang en krokodil probeert.

Er is nog veel te zien en te doen in Cambodja maar wij gaan weer op doorreis richting Laos.

Liefs,

Imm & Barb

PS: De afgelopen week zaten we dusin Laos waar het internet dramatisch was, daardoor liepenwe een beetje achter met de verhalen en de foto's, maar we zijn alweer bijna bij. Inmiddels zitten we lekker aan het strand van Hua Hin in Thailand onze laatste dagen door te brengen en zullen niet heel veel meer doen dan een beetje zwemmen, zonnen, een massage hier en een lekker visje daar .... enz enz ...

Cool

Conclusie Vietnam

Bij onze eerste stappen in Vietnam werden we even meteen met onze neus in de feiten gedrukt. Sodeknetter wat is het hier warm...!!! Zodra je hier 5 minuten aan het lopen bent loopt het water al over je rug naar beneden. We waren natuurlijk wel wat warm weer gewend maar dit is echt wel even een ander verhaal.

Na onze eerste aanvaring met de douane in Vietnam (zie een van de eerdere verhalen) moesten we natuurlijk wel even bijkomen. Gelukkig konden Dave & Ilse ons daarbij ondersteunen en dat is uiteindelijk enorm gezellig en avontuurlijk geworden.

Drie weken Vietnam zijn echt voorbij gevlogen. Misschien ook omdat we daarin aan het aftellen zijn geslagen naar het einde van deze korte vakantie.

In de eerste week richting Sapa hebben we wel even aan het voedsel moeten wennen. In Indonesië kennen we de meeste gerechten natuurlijk vanuit Nederland. Soms hebben ze daar dan wel een variatie op maar de strekking is over het algemeen duidelijk. Vietnamese keuken is volstrekt anders. Hier is het motto vaak 'als het beweegt dan kun je het eten'. Er is eigenlijk altijd keuze uit Beef, Pork en Chicken (maar ook andere beesten zoals slang, hond, sprinkhaan, etc) waarbij dat veelal gevarieerd wordt met noodles of rijst. Wij geven daarbij meestal de voorkeur aan noodles omdat witte rijst nou eenmaal niet zo smaakvol is en waar we in Indonesië nog regelmatig een bakkie Soto Ayam bestelden hebben we dat hier ingeruild voor een eenvoudige noodle soup met groentes.

Een ander groot voordeel is dat Vietnam jarenlang een Franse kolonie is geweest en dat ze hier daarom op elke hoek van de straat stokbrood en La Vache qui rit derop (die driehoekige smeerkaaspuntjes...!!) verkopen!! Niet dat de locals het eten, maar voor de Europese reiziger is het echt een uitkomst als je de afgelopen tijd alleen geroosterd brood met jam gehad hebt.

De variatie aan fruit is uitgebreid. Regelmatig hebben we een bosje lychees of ramboetans (groot soort harige lychee) meegenomen voor onderweg of een lekker passievruchtensapje/-shake/-ijs gevonden. Daarnaast verkopen ze ook veel Dragon Fruit (een soort gespikkelde kiwi) en Durian (en die stinkt als een natte otter).

Wanneer de gemiddelde Vietnamees gaat eten dan is het soms verstandig om even andersom te gaat zitten. Ze flikkeren ten eerste alles op de grond (botjes, velletjes, schillen, servetjes) en daarbij is het de bedoeling dat je je noodles zo luid mogelijk naar binnen slurpt. Tussendoor even goed rochelen en je neus ophalen (en daarbij snurken) hoort er allemaal bij. Na elke maaltijd staat er standaard voor iedereen lauwe groene thee klaar...soms lekker...maar meestal niet...

Zowiezo zijn Vietnamesen enorm luid...ze staan en zitten de hele tijd tegen elkaar te schreeuwen ook al staat de ander 2 meter verder. En door de telefoon wordt er ook enorm hard geschreeuwd. En dan maakt het niet uit of je in de bus zit...geschreeuwd zal er worden. En getoeterd..! Toeteren naar alles wat beweegt op straat... Want stel je voor dat je niet gezien wordt dan kun je maar beter zorgen dat je wel gehoord wordt. Tel daar bij op dat er 85 miljoen Vietnamezers zijn met bijna evenzoveel brommertjes dan kun je dus op je vingers natellen dat het stadsleven erg gehorig is.

De brommertjes zijn net als in Indonesië wel weer hilarisch om naar te kijken. Je kunt het zo gek niet verzinnen of ze vervoeren het op de brommer. Het zijn hier wel een stuk oudere modellen dan in Indonesië veelal van Chinese makelij. Gelukkig is er tegenwoordig wel een helmplicht en er wordt relatief streng op gecontroleerd.

De politie controleert sowieso lukraak wanneer het ze uitkomt. Op de terugweg vanuit Sapa werden we door de politie aangehouden voor rechts inhalen, omdat de agent niet meer zeker wist of hij het goed gezien had (en er effe geen camerabeelden beschikbaar waren) moest onze chauffeur voor de makkelijkheid toch maar even 200.000 dong (€8) betalen. Er wordt dus behoorlijk schichtig naar de politie gekeken. Toeristen worden best met rust gelaten...tenzij je visum niet klopt...:-(

De mensen hier zijn enorm harde werkers wat al snel opvalt wanneer je uit Indonesië vandaan komt, al zijn ze zeker niet zo vriendelijk, gastvrij en behulpzaam als de Indonezen. Ze proberen in elk geval al snel om een paar Euroos uit je zak te kloppen. Ieder op zijn eigen manier en de een wat beter dan de ander.

Wel kijken ze net als in Indonesië erg tegen blanke mensen op. Bij alle drogisten zijn zalfjes te koop om er zo wit mogelijk uit te zien. Zonnebrand of anti-age crème met extra whitener. Vervolgens gaat hier niemand (voornamelijk de vrouwen) zonder mondkapje de straat op. In eerste instantie dachten we dat dat tegen smog en uitlaatgassen was maar later is ons ook verteld dat de mensen dit ook doen om te zorgen dat ze zo wit mogelijk blijven (want als je huid gekleurd is werk je waarschijnlijk op het land en ben je dus arm). Mondkapjes worden dan gecombineerd met een muts én een helm, lange mouwen en een paraplu. We stonden wel raar te kijken toen we erachter kwamen dat je hier speciale pantykousjes voor in je teenslippers kunt kopen... ziet er erg a-sexy uit ...!!!

De steden zijn allemaal erg verschillend. Al kom je overal smalle hoge huizen tegen. En op sommige plekken staan nog erg mooie Franse koloniale huizen. Denk niet dat je in de grotere steden overal op de stoep kunt lopen. Die hebben ze namelijk gereserveerd als brommerstalling of restaurant. In het laatste geval wordt er gekookt op een klein vuurtje of butagasje en staan er lage bankjes of plastic krukjes om op te zitten.

Al met al doet Vietnam welvarender aan en ergens hadden we dat niet verwacht. We hebben het idee dat het met de instelling van de mensen te maken heeft. Ze zijn zo gebrand om er iets van te maken en dat zorgt ervoor dat het reizen behoorlijk plezierig is. Daarnaast maakt de hoeveelheid reisbureautjes het maken van uitstapjes ook een stuk eenvoudiger. Werkelijk op elke hoek van de straat kun je er een vinden, vaak met dezelfde naam van de buurman. Want waarom zou je een nieuwe naam verzinnen als de buurman succes heeft met zíjn naam. En Vietnamezen zijn een ster in het doen van toezeggingen, over de duur van een reis ofde kwaliteit van een bus of hotel, maar soms (eigenlijk bijna altijd)hebben ze wel een erg rijke fantasie.

Het land is enorm divers zodat je nooit te lang in eenzelfde omgeving bent. Al zouden we vanwege het klimaat niet snel iemand adviseren om in deze periode hier te gaan reizen. Het is gewoon te warm en te vochtig.

De tocht naar Sapa is absoluut een van de hoogtepunten tot nu toe geweest.

Da Lat & Saigon

Da Lat is een koel stadje in de bergen van Zuid Vietnam. Koel voor Nederlandse begrippen want voor Vietnamezen is Dalat als een roadtrip naar de Noordpool. Mensen lopen hier met mutsen op en handschoenen aan. En daar lopen wij dan tussen in onze korte broek en op slippers. Rare lui...

We zijn in Da Lat aangekomen via Nha Trangh. Daar hebben we alleen maar een nachtje geslapen (en briljante Red Snapper en noodles met zeebeesten gegeten...) omdat de bus niet in een keer doorreed. Handig is anders maar soms loop je tegen dat soort zaken aan. En we hebben nog steeds geen zin in busritten van 18 uur...zolang zou een directe bus er namelijk over doen.

Zoals we hier inmiddels gewend zijn doen de bussen er in 100% van de gevallen langer over dan vooraf is beloofd en is de bus altijd een stuk brakker dan je zou willen. De bus van Nha Trangh naar Da Lat viel in dit rijtje nog mee omdat er genoeg ruimte was voor Imm's benen. Maar verder was het gewoon een ouwe rammelbus.

Handig in Vietnam is dat je open bus-tickets kunt kopen. Wij kochten dus een ritje Nha Trangh-Saigon (via Da Lat) en dan hoef je alleen een dag van tevoren even aan te geven hoe laat je met de bus mee wilt. Bovendien scheelt het weer een paar Ammeloeties.

De bus kwam echter wel een uur te laat en we moeten een behoorlijk stuk omhoog. Daarbij gaat de Airco uit (voor extra motorpowerrrr) waardoor het ín de bus lekker warm wordt. Das wel eens wat anders dan de Airco op ijspegel waardoor je regelmatig met je jas aan in de bus zit ...

Bij aankomst in Da Lat hebben we meteen een stuk of 5 Easyriders in ons nek. Dit zijn stoere brommerrijders die heel erg graag willen dat je achterop springt zodat ze de omgeving kunnen laten zien. Je kunt zelfs 4 of 5 dagen met ze op pad zodat je in een keer door kunt rijden naar Saigon. Dit waren we in eerste instantie wel van plan maar gezien de weken bij ons inmiddels beginnen te tellen hadden we bedacht lekker te gaan bussen naar de hoofdstad (daarover straks meer).

En eigenlijk komen die Easyriders ons na een minuut of 5 al best de keel uit. We hebben nog geen hotel en willen eigenlijk even een bakkie koffie en dan rustig een hotelletje regelen. Maar je kunt werkelijk je kont niet keren of er staat zo'n gozert klaar om met je mee te gaan om te kijken waar 'we' morgen met hem naartoe gaan. Op zich prima gasten maar net iets te opdringerig.

Uiteindelijk vinden we zowel koffie met een taartje als een prettig hotel en hadden we bedacht dat ik zelf wel voor Easyrider kan spelen en huren we voor de volgende dag een weer eens een brommert...

In de avond lopen we een minuscuul wokrestaurantje in voor een happie. Ze hebben welgeteld één maaltijd op het menu staan, dus de ober vraagt niet eens wát we willen eten maar hoeveel. Binnen 5 minuten krijgen we een stomend bord met noodles en beef...in elk geval zat er beef in...maar ook nog zeker 3 andere ondefinieerbare soorten vlees waarvan we van 2 zeker weten dat het orgaanvlees was...Niet echt ons pakkie an en om ons heen spreekt plotseling niemand meer engels...! HANDIG...!!

We pikken wel lekker de groentes der tussenuit want die smaken voortreffelijk...

Ook de Bapao die we later tegenkomen heeft zo'n vreemde inhoud dat we deze niet durven op te eten...vreemdkleurige, ongare smurrie is misschien de beste omschrijving.

Volgende ochtend halen we nipt het ontbijt (was tot 9 uur...) maar staat wel onze brommer al klaar. We tuffen in 10 minuutjes naar een oud stationnetje ('s morgens in de vroegte...) waar een oud dieselboemeltje klaar staat om binnen 1 minuut te vertrekken...hadden we effe massel...

Na een half uurtje boemelen door het Vietnamese Westland (kassen met tomaten...bloemen...bloemkolen... aardbeien en wortels) komen we in Tra Mat Village aan. In eerste instantie hebben we geen idee wat we er moeten zoeken maar wanneer we de overige passagiers (met gids) volgen komen we bij de Trúc Lam Pagode met een toren ernaast. En toen viel onze mond wel even open. Zowel de pagode als de toren waren van boven tot onder voorzien van gemozaïekte afbeeldingen, vergelijkbaar met de stadspoorten in Hué. Maar dan zoveel groter en indrukwekkender dat we er echt even stil van werden. De toren bestaat uit 5 verdiepingen met op elke verdieping een Boeddhabeeld, elke keer in een andere pose.

Op de weg terug naar de trein slaan we nog even een flessie verse passievruchtenliemenade in voor thuis...waardoor we nog even een sprintje moesten trekken om de trein niet te missen.

Volgende stop is een echte Doppelmayer kabelbaan. Waarom zou je die niet hebben in Vietnam, al mis je wel meteen je snowboard. Onderaan de baan staat wederom een klooster in een mooi ontworpen tuin. De monniken lopen rond in oranje gewaden en zijn erg vriendelijk. Hier doen we ook even de lunch (varkenssaté...noodles en lemonjuice... kosten welgeteld €2... soms lach je je echt rot...).

Om even in de Alpen te blijven rijden we tussen 2 fikse regenbuien door naar de Datanla watervallen. Hier hebben we voor de lol een echte rodelbaan aangelegd. Op die manier hoef je namelijk niet naar beneden te lopen en dat scheelt weer een boel traptreden. Resultaat is wel dat we behoorlijk nat zijn maar hilarisch was het zeker (filmpje)...

In totaal zijn er 7 watervallen maar omdat het erg nat is laten we ons weer lekker omhoog rodelen...

We tuffen terug naar Da Lat en lopen nog even het Crazy House binnen. Een Vietnamees met een vreemde smaak is hier een soort absurdistisch sprookjeshuis aan het ontwerpen waar je ook kunt blijven slapen. Het ziet er echt bizar uit ondanks dat het nog niet helemaal af is. Na het treintje, de kabel- en de rodelbaan hebben we een beetje het idee dat we de hele dag al in de Efteling lopen maar in elk geval hebben we een heerlijke dag.

's Avonds denken we aan de overkant van het hotel snel een hapje te gaan eten als daar plotseling Phu voor ons neus staat. Hij werkt in het café waar we naar onderweg waren en waar we eerder ook koffie hebben gedronken. Blijkbaar vond hij ons zo leuk dat hij ons spontaan verrast met een stuk chocoladetaart, en ons uitnodigt om koffie met hem te drinken (wat uiteraard bier wordt) in zijn favoriete studentencafé. Hier gaan we natuurlijk graag op in omdat we zo weer wat van het Vietnamese leven kunnen meepikken. Phu is 20 en studeert toerisme. Na het bier weet hij nog een piepklein restaurantje (ter grote en met het uiterlijk van een garagebox) waar we loempiaatjes gewikkeld in rijstbladeren met sla, appel, wortel in pindasaus dopen. (FILMPJE) LEKKER..!!! We zijn zelf overigens ook een attractie want de andere gasten vinden het erg leuk dat wij daar komen eten. Bij buren halen we nog 3 biertjes. In totaal betalen we voor 2 porties loempiaas (20 stuks) iets minder dan €1...!!!! Als dank voor onze aanwezigheid krijgen we van de eigenaresse ook nog een mooie flyer van haar eetgarage... Onderweg naar het hotel wisselen we met Phu nog wat Vietnamese en Nederlandse zinnetjes uit...

En dan is daar de volgende dag de busrit naar Saigon (Ho Chi Minh City). De geschatte tijd bedraagt ongeveer 7 uur. We vertrekken slechts een half uur te laat maar na een uurtje rijden moeten we stoppen bij de Profile Tirecenter om een band te wisselen (1 uur).

Weer een uur later lopen we in een haarspeldbocht in de file. De chauffeur zet gelijk de motor uit en zet het op een slapen. Er blijkt aan landslide te zijn geweest en het idee is dat het wel even kan gaan duren voordat de weg weer vrijgemaakt is (anderhalf uur). In totaal hebben we 11 uur gedaan over een ritje van pak em beet 300km. Ditmaal in een erg krappe ouwe bus...

In Saigon aangekomen willen we alleen maar even een bakkie noodles en dan slapen. Pal om de hoek bij ons hotel lijkt een leuk restaurant te zitten waar ze uiteraard weer van alles hebben (varkensmaag of varkenstong en dat soort dingen meer).

Als we eenmaal zitten blijken de serveersters bijna allemaal minirokjes en korte topjes aan te hebben. En er zitten ook nagenoeg alleen maar mannen te eten en op de drankkaart staat alleen maar bier. Raar...

De volgende ochtend ontbijten we op ons enorme dakterras en struinen daarna door Saigon. We kopen nog wat vliegtickets, drinken koffie bij de Highlands Coffee (lokale Starbucks) en halen sushi voor de lunch...

Aan het eind van dag schuiven we nog even bij de kapper aan zodat ik mijn Haagse mat kan laten bijwerken en mag Barb een haarmasker om haar krullen te verwennen. De kapper (een echte hairdesigner) hier heeft echter geen idee wat hij met echte krullen aanmoet en het had weinig gescheeld of hij had ze er volledig uitgeföhnd.

Dag 2 in Saigon brengt ons naar het War Remnants Museum. Hier vind je zeer schokkende (maar niet al te objectieve) beelden van de Vietnam-oorlog. Je wordt door de hoeveelheid footoos echt snoeihard op de feiten gedrukt over hoeveel mensen er vermoord zijn en over de misdaden van het Amerikaanse legger en het gebruik van chemische middelen. Over wat de Noord-Vietnamezen uitspookten blijft het angstvallig stil. Je loopt in elk geval met een heel vervelend/misselijk gevoel in je buik weer naar buiten.

De rest van de dag lopen we nog wat door de stad, langs de Notre Dame en het Reunification Paleis, laten ons masseren in het blindeninstituut (erg leuke ervaring), laten ons wat afzetten op de markt en boeken bustickets naar Cambodja...want dat is waar de reis ons gaat brengen...

PS. Hier nog even een laat toegevoegd filmpje van de Waterpuppets in Hanoi...lag nog ergens in het archief...

Hoi An (de 4e H)

Xin chào,

Zijn jullie al een beetje reismoe aan het worden van al die ellenlange verhalen en avonturen? Hou vooral vol ..... we hebben nog maar 1 maand te gaan voordat we jullie weer live komen lastigvallen. En daarnaast vinden we het super leuk om jullie reacties te lezen en updates te krijgen van wat er zich allemaal in NL afspeelt (laatste roddels enzo) dus hou vol en blijf zo doorgaan dan fietsen wij gewoon weer effe een verhaaltje in elkaar.

We hebben namelijk een mooie rit van Hué naar Hoi An gemaakt die i.p.v. 3 uur, 5 uur duurde, wat ook niet gek is gezien de extra service die we daarvoor in de plaats kregen. Omdat de buschauffeur provisie krijgt voor de levering van nieuwe hotelgasten rijdt hij de volle bus gewoon rustig langs 3 of 4 hotels in het centrum in de hoop daar wat mensen achter te kunnen laten. Gelukkig hadden wij al geboekt bij het Southern Hotel (thanks voor de tip D&I) dus mochten we tot het eind van de rit in de bus blijven zitten en kwamen er toen achter dat de buschauffeur geen zin meer had om ons ook nog naar ons hotel te brengen. Gelukkig wil de chauffeur van het hotel ons op komen pikken.

Nadat we onze tassen in de kamer hebben geknikkerd laten we ons direct weer afzetten in het centrum van Hoi An. Het is een knus dorpje met allerlei restaurantjes langs de rivier en wel een miljoen kleine winkeltjes met kleding, schoenen en allerlei snuisterijen.

We gaan eerst maar eens even op onderzoek uit in het walhalla van de maatkleding en dito schoenen. Juist omdat er zoveel aanbod is, is de keuze moeilijk. We belanden uiteindelijk bij een heel klein winkeltje van 2 bij 1,5 meter waar 2 zusjes sandaaltjes en slippertjes verkopen in allerlei kleuren en smaken. Ik besluit in eerste instantie 1 sandaaltje te laten maken en beloof dat we er meer bestellen als de kwaliteit goed is. Ze tekent de omtrek van m'n voeten na en neemt nog wat andere maten op zodat de volgende ochtend er een prachtig op maat gemaakt sandaaltje voor me klaar zal staan.

Tijdens het sjoppen lopen we de Framboos en zijn zwangere Deense vriendinnetje (woonachtig in Barcelona voor de volledigheid en overzichtelijkheid) tegen het lijf waarmee we op de boot naar Halong Bay hebben gezeten. Nadat we hun aanwinsten (pakken, leren schoenen, zwangerschapsbroekjes en -jurkjes, sandaaltjes, etc) uitgebreid hadden bewonderd besloten we dat het eigenlijk wel even tijd was om eens wat te drinken.

Hij blijkt wat te doen met accessoires voor mobiele telefoons (wat leuk!) en zij werkt voor een soort van Deense Ikea (maar dan iets luxer). We bestellen ondertussen ook nog wat van de plaatselijke specialiteiten (gefrituurde wontons, een soort dimsums en iets van noodles met varkensvlees) en komen uiteindelijk na een uur of 4 tot de conclusie dat we het laatste taxibusje naar ons hotel hebben gemist en dat we een half uur terug moeten lopen. Maar ach, gezelligheid kent geen tijd.

Nadat Imm het allemaal een beetje (scepties) aan heeft gekeken is hij uiteindelijk ook klaar om een overhempje van Egyptisch katoen op maat te laten maken. Hij wordt van onder (niet echt natuurlijk) tot boven opgemeten en moet naast het stofje nog allerlei keuzes maken over boorden, manchetten, knoopjes, de snit etc. Maar toen hij die middag terug kwam om het resultaat te bekijken was hij overtuigd en heeft hij direct nog 2 stofjes uitgezocht.

Al met al hebben we hele goede zaken gedaan in Hoi An, 3 overhemden, 11 paar sandaaltjes (heus niet alleen voor mezelf :-), 1 jurkje, een nieuw lakenzakje met leuke bloemetjes, een nieuwe zwemshort voor Imm (handmade) en een lappie stof voor Imm's mam. Omdat wij nog een weekje of 5 verder moeten en onze aanwinsten bijna 7 kilo wegen leek het ons handiger om de hele handel naar Nederland op te sturen. Hiervoor kwamen 2 mannetjes op een brommertje bij het hotel langs, met doos, weegschaal en tape onder de oksel en binnen 5 minuten was alles gereed voor verzending en waren we bijna $ 100,- en 7 kilo lichter.

De laatste dag in Hoi An hadden we (dachten we tenminste) gereserveerd voor een tourtje naar My Son. My Son is een van de oudste tempelcomplexen in ZO-Azie en staat op de UNESCO Wereld Erfgoedlijst (evenals Hué en Hoi An en Halong Bay).

Nu zijn wij al niet zo heel erg fan van georganiseerde tourtjes en hadden we daarnaast ook nog gewoon een hele slechte dag (dat kan natuurlijk gebeuren, met je goede been uit een Vietnamees bed gestapt). Dus we konden niet heel erg van het tripje genieten. Ten eerste bleek 's ochtends om 7 uur dat het mevrouwtje van de receptie onze boeking was vergeten te maken (dat was natuurlijk al het eerste teken aan de wand) nadat ze snel een telefoontje had gepleegd konden we alsnog instappen in een bus met minstens 30 man, de claxon van de bus leek naast ons oor te hangen (en aangezien ze hier voor iedere poep en scheet toeteren, werden we daar lichtelijk gestoord van), onze gids was een grote chaoot en sprak onverstaanbaar engels, kwam een half uur te laat terug bij de bus en noemde onze groep voor de makkelijkheid 'Lion' (hou op .... das nog erger dan als een stel mallotten achter een hostess met een bordje aanlopen), bovendien was het echt onvoorstelbaar warm en leken de ruïnes uiteindelijk op ordinaire stapels met stenen. Zouden we een lichtelijke aanval van 'tempeloverkill' hebben? Ondankbare krengen die we er ook zijn! We zullen het echt weer goed maken in Cambodja, oké?

Hoog tijd om onszelf weer effe een schop onder ons kont te geven richting Nha Trang, waar we een dagje aan de kust verblijven en lekkere zeebeestjes eten, als hup naar het bergdorp Dalat. Ondertussen zijn we druk aan het stoeien om onze laatste weken in te vullen en komen we tot de conclusie dat we alsnog teveel willen doen en dat het einde van onze avonturen toch echt in zicht komt, we zouden nog best een weekje of 2 kunnen vullen. Dat wordt strepen op ons wensenlijstje van Cambodja en Laos.

Tam biêt,

Imm & Barb

PS: sorry Sashi ik ben ook bang dat de Filipijnen niet meer in ons programma past, maar wel bedankt nog voor de tip hij staat inmiddels op ons wensenlijstje

PS II: Hebben jullie overigens gemerkt dat we eens in de zoveel weken de foto voorop ons blog aanpassen. Vorige week hadden jullie nog rijstmevrouwtjes maar nu een hele enge draak van porselein... hele eigen gemaakte kiekjes ....

De 3 H's

Terug in Hanoi hebben we een vrije dag. De dag erna vertrekken we namelijk op een boottochtje naar Halong Bay, een baai ten noorden van Hanoi.

Op onze vrije dag wandelen we met Ilse en Dave door het oude centrum (een wandeltocht uit de Lonely Planet), waar we na 3 kwartier al snel spijt van krijgen. Het is zo verschrikkelijk heet dat we al snel een cafeetje met Airco invluchten om bij te komen met een ijskoude passievruchtenshake...

Na een half uurtje doen we wederom een poging en slenteren verder door het oude centrum van Hanoi, kopen we vast kaartjes voor de avondvoorstelling in het waterpoppentheater en kopen links en rechts wat DVD-tjes en anders snuisterijen.

Het centrum van Hanoi lijkt een beetje op de 9 straatjes in Amsterdam maar dan zijn ze met meer...zeg maar gerust de 109 straatjes ofzo... elk straatje heeft zijn eigen winkeltjes...zo is er een straatje met ijzerwaren, eentje met chinese lampionnetjes en vliegers, eentje met boekwinkeltjes, met juweliers maar ook een Bart Smit straat en ook een Hans Anders straatje...

Het waterpoppentheater is een authentiek poppenspel onder begeleiding van Vietnamese muziek en zang. Alle kenmerkende kenmerken die we de afgelopen dagen rond Sapa zijn tegengekomen passeren de revue...waaronder waterbuffels en vissende mannetjes...rijstplantende vrouwtjes...spelende kinderen maar ook mythische figuren als draken, elfjes, eenhoorns, schildpadden en feniksen. Dit allemaal op een klein vijvertje waarbij de poppen van achter een doek met stokken bewogen worden. Het ziet er erg mooi uit en na een krap uurtje is de voorstelling ten einde.

We gaan hierna nog even Dave zijn verlate verjaardagsfeestje opleuken met een dineetje in een mega-duur restaurantje...voor Vietnamese begrippen dan...flessie Sauvignon Blanc derbij....hmmmmm (nog bedankt guys).

Volgende dag werden we al weer vroeg opgehaald om een boottocht naar Halong Bay te maken. Ik denk dat 95% van de toeristen deze trip maakt en dat was later op de dag goed te merken. Halong Bay is een baai (duh) waarin grote olifanten van rotsen uit het water omhoog steken.

Links en rechts bevinden zich ook verschillende grotten die bezocht kunnen worden. Na een busritje van een uur of 4 gaan we aan boord van onze boot. In de haven is het een drukte van jewelste omdat er zoveel toeristen zijn en ook genoeg boten om iedereen op kwijt te kunnen. Iedereen krijgt een hut toegewezen en het eerste deel van de middag spenderen we zonnend en lezend op het dek. Na een stief uurtje varen komen we bij de Surprise Cave aan....samen met ongeveer 30 andere boten...in de grot komen we uiteraard veel staletieten en stalagmieten (die staners en die hangers of andersom...volgens mij weet niemand precies het verschil) tegen...het grote voordeel is dat het in de grot erg lekker koel is en das best even welkom...

Hierna krijgen we de kans om verder af te koelen op een klein strandje...van afkoelen is natuurlijk geen sprake omdat de temperatuur van het water ongeveer overeenkomt met een kop lauwe thee... Ilse en Imm weten ook nog genoeg energie bij elkaar te verzamelen om 20 minuutjes omhoog naar het uitkijkpunt te wandelen samen met een Deens/Frans koppel dat in Barcelona woont (daarover later meer...).

Terug op de boot en wederom na een half uurtje varen gaan Ilse en Dave nog een blokje kayakken door een grot maar hadden wij bedacht de boel even de boel te laten en in de schaduw lekker vast een klein glaasje bier open te trekken....tis tenslotte vakantie...

Wink

Na het voortreffelijke diner (verse vis...Vietnam-style) kletsen we nog wat met de rest van de passagiers (waaronder een heel bijdehand klein Vietnamees meisje) en duiken we vroeg tussen de klamme lappen...

Op dag twee splitst de groep zich in een deel dat 3 dagen Halong Bay doet en een deel dat terug gaat naar Hanoi (wij dus)...Dave en Ilse vliegen immers de volgende dag terug naar Nederland en wij moeten eenmaal ook eens zuidwaarts gaan reizen.

Al met al vonden we Halong Bay erg mooi maar heeft het niet zo'n enorme indruk op ons gemaakt als de tour naar Sa Pa. Er schijnt in Halong Bay een erg spookachtige mist op te kunnen komen maar misschien waren we daarvoor in de verkeerde periode.

Onze vlucht naar Hué de volgende ochtend vertrekt eerder dan de vlucht van Dave & Ilse. Gelukkig hebben we nog wel tijd om samen te ontbijten en daarna vertrekken we onder enthousiast gezwaai naar de luchthaven. Na een uurtje vliegen komen we in een evenzo heet Hué aan.

Hué ligt in het midden van Vietnam vlak onder de DMZ. De Demilitarized Zone is de oude grens tussen Noord- en Zuid-Vietnam. Omdat Hué niet de meest aantrekkelijke plaats is boeken we voor de volgende dag een meneertje (Meneer Trung) die ons met twee brommertjes de omgeving gaat laten zien. Meneer Trung heeft vroeger in het Zuid-Vietnamese leger gezeten (dat was de Amerikaanse kant) en weet daar erg veel over te vertellen. Op die manier wordt ons de geschiedenis van Vietnam net iets meer duidelijk dan wanneer je alleen maar Tour of Duty hebt gekeken...

We rijden weer eens over smalle weggetjes door kleine dorpjes tot we bij een oude overdekte brug aankomen waar er nog maar 2 of 3 van in Vietnam zijn. Hier bezoeken we ook een rijstmuseumpje waar een klein extreem vrolijk oud vrouwtje laat zien hoe ze vroeger de rijst moest oogsten en malen. Hierna tuffen we verder naar de Tu Hieu Pagode. Hier zijn we precies op tijd voor het ochtendgebed van de Boedhistische monniken. Zij vinden het prima dat we stilletjes in de hoek footoos zitten te nemen en daar maken we gretig gebruik van. Er heerst werkelijk een bizarre rustgevende stilte terwijl de monniken muziek maken en zingen. In totaal zijn er 8 monniken en 3 of 4 monniken in opleiding, te herkennen aan de grijze in plaats van oranje gewaden.

Na een half uurtje is het gebed ten einde en lunchen we ergens aan de kant van de weg. Barb leert nog ergens hoe je wierookstokjes rolt en Vietnamese hoeden maakt. Handig voor thuis...

Na de lunch doen lopen we een uurtje door de Tu Duc Tombes, in de 19e eeuw gebouwd door de keizer om ervoor te zorgen dat zijn vrouw en stiefzoon een mooie rustplek zouden krijgen. Er zitten een aantal bijzonder mooie tombes tussen compleet met mozaïek.

Wanneer we terug zijn in de stad worden we gedropt bij de Citadel. Het oude centrum van Hué bestaat uit een ommuurd gedeelte wat ooit het paleis van de keizer was. De paleispoorten zijn erg gekleurd versierd maar bij onderzoek van dichtbij blijkt dat hiervoor duizenden porseleinen kopjes en schoteltjes zijn gebruikt. Op een van de poorten zien we zelfs een compleet theepotje terug...

In de avond gaan we eten bij een restaurantje waar doofstomme mensen in de bediening werken. Best lastig om iets te bestellen maar we hebben nog niet eerder zo lekker gegeten. Vreemd detail is wel dat er inmiddels 4 of 5 van deze restaurantjes pal naast elkaar zitten...allemaal met dezelfde naam. En allemaal zeggen ze dat zij het 'eerste officiële echte' restaurant zijn wat ook in alle guidebooks staat. Das iets wat we vaker tegenkomen. Zodra iemand hier een goedlopende zaak heeft springen de 'copycats' als paddenstoelen uit de grond...allemaal met exact dezelfde naam...rare jongens die Vietnamezen...

Volgende stop is Hoi An (de vierde H)....maar daarover later meer...